Tagarchief: Omtzigt

Mobbing

Pieter Omtzigt heeft de handdoek in de ring gegooid. Een moeilijke beslissing, maar het verstandigste wat hij kon doen. Er komt een moment dat je moet kiezen: vechten (tot de dood erop volgt) of vluchten (met de kans dat je alles toch nog overleeft).

Het is misschien een schrale troost voor hem, maar wat hij de afgelopen jaren heeft meegemaakt heeft een naam: mobbing. De Nederlandse, wat meer eufemistische term is ‘pesten op het werk’ en roept meer een beeld op van wat minder leuke incidenten in de werkomgeving. Het proces van mobbing is veel ernstiger. Dat is wanneer de meute zich gezamenlijk op die ene collega stort, die toevallig wat minder goed ligt binnen de groep.

De Rijksuniversiteit Leiden besteed er op haar website voor medewerkers uitgebreid aandacht aan, niet alleen hoe het gebeurt, maar ook wat er op de achtergrond speelt.

Uit het memo van Omtzigt, wat overigens geen enkel nieuws bevatte, zien we hoe het CDA mobbing geheel volgens het boekje toepast om een te populair kamerlid onschadelijk te maken.

Een belangrijke oorzaak voor mobbing is dat de collega’s het slachtoffer als bedreigend ervaren. Hij of zij is succesvoller en komt vaker positief in de schijnwerpers dan de rest van de club. Bij Omtzigt was het duidelijk dat hij met het toeslagendossier aanzienlijk beter scoorde dan de, verder vrij kleurloze, CDA-fractie in de Tweede Kamer.

Een andere oorzaak is dat er binnen de organisatie sprake is van zwakke leiding. Dat speelde binnen het CDA volop. Het ontbrak aan een duidelijke leider. Pieter Heerma als fractievoorzitter was de zoveelste remake van the Invisible Man. Binnen het kabinet was alleen helder dat Wobke Hoekstra niet dé leider was en Hugo de Jonge evenmin. Daar wordt een partij niet blij van, wanneer niemand de leiders kent en alleen een regionaal kamerlid met een heldere boodschap het gezicht van de partij vormt.

Wanneer enkele miskende genieën op de werkvloer zich dan tegen hun collega keren is dat niet direct de grootste zorg van de partijleiding. “Op die manier komen we makkelijk van dat lastpak af,” is hun redenatie. Niet voor niets is een van de kenmerken van mobbing dat de leiding er niet tegen optreedt en het in veel gevallen ook steunt en stimuleert.

Uit het memo zien we duidelijk de dagelijkse praktijk van mobbing, wat er vaak op neer komt het slachtoffer zo veel mogelijk te isoleren.

Op kantoren geef je zo iemand een kamertje aan het eind van een doodlopende gang, naast de opslagplaats voor toiletrollen.

In een politieke partij laat je iedereen die, op wat voor manier ook, de kant van het slachtoffer kiest een fors aantal plaatsen op de kieslijst duikelen.

Je plant vergaderingen zo dat je bijna zeker bent dat het slachtoffer daar niet bij kan zijn of, ook simpel, je vergeet hem uit te nodigen. Belangrijke besluiten geef je niet aan hem door. Dat heeft twee voordelen:

  • Hij of zij kan zijn werk niet goed doen omdat hij bepaalde kennis niet bezit
  • Je kunt hem of haar erop aanspreken dat hij het besluit negeert.

Je ontmenselijkt het slachtoffer. In de dagelijkse conversatie noem je zijn of haar naam niet meer, je beperkt je tot hem, haar of jeweetwel.

Dit proces kun je nog versterken door, als de gelegenheid zich voordoet, het slachtoffer alleen met grove scheldwoorden aan te duiden. Ui de apps kennen we nu de koosnaampjes voor Omtzigt: Psychopaat, zieke man, teringhond, eikel, gestoord, labiel.

Roddelen of geruchten verspreiden met het doel iemands reputatie te schaden, is ook buitengewoon effectief. Ook daarin heeft het CDA zich niet onbetuigd gelaten.

En degene die het memo van Omtzigt aan de commissie Spies heeft laten lekken aan de Limburger, was zeker niet een van Pieters fans. Waarschijnlijk was het een van de partijbonzen in de commissie Spies, die haarfijn aanvoelde dat hij op die manier Omtzigt het genadeschot gaf.

Krokodillentranen in de Hofvijver

Een ding is zeker, als er iemand rond het Binnenhof is die de afgelopen dagen stevig de ziekte in had, dan was het Kajsa Ollongren wel. Eerst de mededeling dat corona bij haar aanklopte en toen zij zich als een haas naar Amsterdam liet transporteren om daar uit te zieken, was daar dat onhandige geschutter met het boodschappenbriefje van het verkennersduo.

De ANP-fotograaf begreep dat het zijn taak was het nieuws te dienen en niet om een klunzende politica uit de wind te houden. Dus publiceerde hij de foto waarop zonder al te veel moeite te lezen viel hoe ons Annemarie en Kajsa dachten de tweede ronde van de verkenningen in te gaan. Echt verrassend was het niet. Iedereen die wel eens een excursie naar de Tweede Kamer heeft meegemaakt, had dit lijstje op kunnen stellen.

Afgezien van een dwaallicht als Thierry Baudet kan elke politicus binnen en buiten de regering, binnen en buiten de oppositie, uittekenen wat er aan bod komt in de tweede ronde.

De eerste ronde was goed voor het inleveren van de boodschappenbriefjes, gevuld met vrome voornemens uit de partijprogramma’s. In de tweede ronde zou het erom gaan uit te zoeken wie een serieuze kandidaat zou zijn voor de echte formatiegesprekken. Daarvoor is het handig uit te vogelen waarvoor een partij écht staat. Vroeger was dat simpel, de partijnaam verraadde al veel over de identiteit. De Partij van de Arbeid stond voor de arbeiders. In hoeverre dat nog klopt is de vraag want binnen de partijkaders denken ze dat de arbeider, net zo als de Dodo, al jaren is uitgestorven. De Partij voor de Dieren staat natuurlijk voor alles wat aaibaar is, 50+ in de oude berijming komt op voor de ouderen, Lillian Marijnissen en haar SP strijden voor het oude socialisme, op marxistisch-leninistische leest geschoeid. Wat je ziet, is wat krijgt. Dat is mooi overzichtelijk. Problematisch is het rond het midden in het politieke spectrum. De partijen die daar verkeren, afficheren zich graag als Bestuurderspartij. Aanvankelijk was dat nog wat vaagjes, maar de laatste vijftien jaar is dat anders geworden. Toch is het simpel: een bestuurderspartij komt op voor de belangen van, inderdaad…de bestuurders. Bij hen draait het om de vragen hoe krijgen wij de macht en hoe houden wij de macht?

Vanuit dat licht bezien is het lijstje van Annemarie en Kajsa ontwapenend simpel.

Hoe trouw zijn PvdA en Groen Links en SP aan elkaar? Blijft dat triootje elkaar trouw dan wordt dat dus niks.

Hoe staat Wopke Hoekstra in de onderhandelingen? Wil het CDA, als onvervalste bestuurderspartij, in het kabinet? De vraag stellen, is de vraag beantwoorden.

Interessanter is de controlevraag: Is het CDA bereid Pieter Omzigt op te offeren of weg te promoveren? Het is vooral op deze vraag waarop verontwaardigd is gereageerd. “Ons Pieter is een gewaardeerd kamerlid met een kapitaal aan voorkeursstemmen. Die zullen we toch nooit opgeven,” klinkt het vooral vanuit het Christen Democratisch Appel, dat steeds verder af komt te staan van de eerste letters in de partijnaam. Na hem bij eerdere verkiezingen op een onverkiesbare plaats te zetten, heeft de partijtop Omtzigt recent tot twee keer gruwelijk geschoffeerd in de race om het partijleiderschap. Dat doe je niet met iemand waaraan je echt gehecht bent.

De Twentse terriër heeft de laatste jaren laten zien zijn opdracht als volksvertegenwoordiger serieus te nemen en in zijn controle van de macht tot het gaatje te willen gaan. Dat hij daarmee het kabinet opblies, waarin zijn eigen partij meedeed, is hem niet in dank afgenomen. Maar ook Mark Rutte krijgt nachtmerries als hij denkt aan een coalitie met het CDA, waar Omtzigt een vrije jachtvergunning heeft.

Voor de komende regeringsperiode staan nu al twee parlementaire enquêtes op de rol, die naar de toeslagenaffaire en de gaswinning in Groningen. En zit alles helemaal tegen dan komt er nog enquête naar het Nederlandse bombardement op Hawija. In al deze onderzoeken is een treurigstemmende hoofdrol weggelegd voor VVD-politici, al dan niet in een stemmig duetje met een CDA’er. Dan zit je als premier niet te wachten op een Pieter Omtzigt in je vriendenkring.

In dat licht bezien is het niet meer dan logisch dat Rutte de verkenners heeft ingefluisterd: “Informeer eens bij Wopke hoe hij denkt over de mogelijkheid Pieter Omtzigt speciaal gezant te maken in Buiten Mongolië.” Ongetwijfeld heeft hij eraan toegevoegd: “Sigrid Kaag lijkt dit ook wel een geschikte optie.”

Zo doe je dat als bestuurderspartijen. Dat weet de oude coalitie, dat weten de oppositiepartijen en zelfs de nieuwkomers in de Kamer zijn er niet echt verrast door.

Degenen die zich nu opzwepen in heilige verontwaardiging, die plengen vooral heel veel krokodillentranen.