Einstein heeft wel eens van zichzelf gezegd: “Ik ben
niet zo enorm slim, maar ik ben wel heel erg nieuwsgierig.” Ik zeg het hem graag na, ook al hoeft u van mij nooit
een relativiteitstheorie te verwachten.
Dit, in combinatie met een stevige allergie voor autoriteiten, vormde een goede basis voor een carrière als journalist. Na een aantal jaren verslaggeving en bureauredactie zorgde een studie geschiedenis alsnog voor een fundament onder die activiteiten.
De journalistiek was geen eindpunt. Na wat omzwervingen betrad ik de wondere wereld die Communicatie heet. Eindigde in de journalistiek je werk op het moment dat je stukje richting zetterij ging, in de communicatie begon daar het leven. Hoe bereik je mensen, als groep, maar ook als individu, was daar de vraag.
Het was een leerzame tijd, al was het maar om te ontdekken dat velen het idee hebben dat zij uitstekend communiceren, maar dat slechts weinigen het in praktijk brengen. Voor communicatie geldt hetzelfde als voor soezenbakken. “Er is geen kunst aan, maar je hebt hele volksstammen die het nooit leren,” zei mijn moeder.
En nu? Nu klus ik wat rond in de journalistiek en de communicatie en ben ik terug bij een oude liefde: de fotografie.