Tagarchief: partijen

Im Westen nichts Neues

Hoe gaat het toch in Den Haag. Normaal gesproken kan ik mij er niet zo druk over maken. De stukjes kamerdebat die via de nieuwsuitzendingen  tot mij komen horen normaal gesproken niet tot mijn favoriete kijkvoer. Sterker nog, wanneer de heren en dames kamerleden, niet gehinderd door enige creativiteit, hun vaste riedeltjes afgeven gaat bij mij het geluid uit. Maar nu is het anders, nu zijn ze bezig om een nieuw kabinet in elkaar te timmeren. Tenminste, dat was een tijdje geleden het nieuws.  Sinds die tijd is het stil, angstaanjagend stil. Dat bevalt mij niet.

Het enthousiasme waarmee de heren partijleiders aan het karwei zijn begonnen is evenmin vertrouwenwekkend. Buma, Klaver en Rutte verklaarden bij toerbeurt voor de camera’s dat de verschillen te groot waren en dat ze voor het  resultaat nog niet eens een stoeprand garantie durfden af te geven. Alleen Pechtold probeerde  er nog een beetje de moed in te houden, maar ook dat hield niet over.

En nu zitten de heren, bijgestaan door hun secondanten, onder leiding van mevrouw Schippers uit te vogelen wat hen zoal bindt. Een mediator bij een vechtscheiding heeft  het waarschijnlijk makkelijker. Dat zij bij voorbaat heeft gezegd dat zij, zodra het karwei geklaard is, het Haagse de rug toekeert, maakt alles er niet beter op. In elk geval heeft zij, gesteld dat er met deze partijen een kabinet komt, geen zin binnen de beoogde constellatie aan het werk te gaan.

Dat is dan nog het meest optimistische scenario, er komt een links-centrum-rechts kabinet. Meest realistische scenario, de heren zijn niet bereid zoveel water in hun wijn te doen dat zij het  eens worden. In dat geval krijgen we eerst nog wat gezwartepiet en vervolgens komt er een kabinet met de calvinistische taliban als volwaardig lid of op zijn minst als gedoogpartner. Waar dat toe leidt, hebben we al jaren bij de Israëlische kabinetten gezien. Dan blijft er maar één verzuchting over: God helpe je de brug over.

Wahl macht Qual

Geboren als democraat in hart en nieren, bekruipt mij elke vier jaar het gevoel dat er toch wat valt te zeggen voor een tweepartijenstelsel. De verkiezingstijd is niet mijn meest favoriete jaargetijde. Het komt misschien wel door de Nederlandse folklore die coalitievorming heet. Wat je ook stemt, je weet niet wat je krijgt. Ben je na vergelijking van de diverse onleesbare verkiezingsprogramma’s tot een, in jouw ogen verantwoorde keus gekomen, zodra je in het stemhokje je favoriete vakje hebt roodgekleurd ben je elke controle kwijt.

Wat de diverse partijen ook uitdragen aan idealen, harde eisen en wat dies meer zij, dat is allemaal vergeten op het moment dat de stoelendans om het regeringspluche begint. Met de wildgroei in partijen, partijtjes en zelfhulpgroepen voor politiek malloten, is het alleen maar onoverzichtelijker geworden. Eén ding is zeker, in de onderhandelingen speelt landsbelang of kiezersbelang geen enkele rol. Eigen belang en machtsgeilheid zijn de enige factoren die tellen.

Wat dat betreft is het misschien nog het verstandigst je stem te gunnen aan één van die splinters van politiek gestoorden. Je weet dat je je stem verkloot hebt maar je hebt ook de zekerheid dat je niet hebt meegewerkt aan de zoveelste onwenselijke coalitie.