Nieuwsgierigheid is de moeder van de innovatie. Het kan trouwens ook ontevredenheid zijn, want als Thomas Alva Edison tevreden was geweest met een roetende kaarsenpit, had hij nooit de gloeilamp uitgevonden. En Carl Benz zal, toen hij voor de zoveelste keer een uitglijer in een berg paardenvijgen had gemaakt, het idee hebben gekregen dat er andere methoden moesten zijn om een karretje te verplaatsen. Aan de onderzoekende geest van beide heren hebben we veel te danken. Weliswaar heeft de Europese Unie nu de gloeilamp in de ban gedaan en zijn de producten die uit de uitlaat van een auto komen vele keren schadelijker dan dat wat een paard uitstoot, maar toch…
Hoewel ik de nieuwsgierigheid deel met uitvinders, ben ik er nooit in geslaagd iets van enige importantie uit te vinden. Enige gemakzucht zal daaraan niet vreemd zijn. Om nu mijn hele ziel en zaligheid te steken in het bedenken van iets waarmee wij het al eeuwen zonder kunnen doen, lijkt mij een ernstige tijdsverspilling. Bovendien, er zijn al zoveel zaken, waarvan de werking mij niet echt helder is, dat er nog genoeg te ontdekken valt.
Zo worstelde ik ooit met de vraag of het fietslampje nu wel of niet defect was. Uitgebreid visueel onderzoek leverde niets op. Zo op het oog was de gloeidraad nog intact. En toen, was daar het eureka-moment. Wanneer je bij de elektricien een gloeilamp kocht, drukte hij hem altijd even in een fitting, waarna de lamp aanging. Deze test moest thuis ook uit te voeren zijn. Dus snel de gloeilamp uit de schemerlamp gedraaid, het fietslampje stevig tegen het koper van de fitting geduwd en op de schakelaar van de lamp gedrukt. Een felle flits, het huis in het donker, de radio die niet meer speelde en een lichte schroeilucht waren het resultaat, om nog maar te zwijgen van dat vreemde trekkende gevoel dat vanaf mijn vinger toppen tot aan mijn voetzolen door mijn lichaam trok. Eén ding was zeker, het fietslampje zou nooit meer licht geven.
Enige jaren na deze kennismaking met het destructief onderzoek besloot ik mij te verdiepen in de werking van de Philishave van mijn vader. Hoe kon je, alleen door die rare geribbelde bovenkant tegen je wang te houden die baardharen afknippen? Aangezien ik zelf het stadium van baardgroei nog niet had bereikt, had het weinig zin het apparaat op eigen vel te proberen. Ook had ik het idee dat onze hond zich niet als proefkonijn beschikbaar zou stellen. Zijn vacht was overigens veel te dicht voor een scheerapparaat zodat ik een ander experiment moest bedenken. Bij een eerste verkennend onderzoek had ik al geconstateerd dat die geribbelde kop van het apparaat trilde wanneer je het aanzette. Mogelijk zat het geheim dus in die trillingen, maar hoe kon je dat effect meten? Uiteindelijk besloot ik het apparaat aan te zetten en tegen het puntje van mijn tong te houden. En zo ontdekte ik dat er bloed in je tong zit. De werking van het scheerapparaat werd mij helder toen ik de kop van het apparaat demonteerde om het bloed eruit te wassen. Onder die geribbelde kop, met allemaal sleufjes, draaiden een paar vlijmscherpe mesjes rond die korte metten maakten met alles wat zo dom was om door die sleuven te steken.
Het is niet de laatste keer geweest dat ik, lang voordat Discovery Channel begon met uitzenden, mij verdiepte in de wondere wereld der techniek.