Tagarchief: dodenakker

Grondbezitter

Een berichtje van neef Harmen: het graf van pake en beppe bestond nog steeds. Keurig onderhouden stond het daar bij die heg op een Leidse begraafplaats te wachten op de Dag des oordeels. Als bewijs had hij een fotootje bijgevoegd en inderdaad: je zag er niet aan af dat het monument er al meer dan een halve eeuw stond.

Neef Harmen had ook met de beheerder van de begraafplaats gesproken en misschien zou het goed zijn als iemand binnen de familie zich op zou werpen als ‘Behoeder van het graf” en aanspreekpunt voor de beheerders van de dodenakker. Pake had het graf ooit gekocht met eeuwigdurend grafrecht en een parallel lopend onderhoudscontract. Neef Harmen wilde weten of ik, aan deze zijde van het graf de honneurs waar zou willen nemen. Zelf werd hij al een dagje ouder en hij zat bovendien in de vrouwelijke lijn. Ik was een van de laatsten in de mannelijke lijn, ik had toch mijn zoon naar pake genoemd, dus mogelijk zou ik uit gevoel voor traditie en piëteit de taak op mij willen nemen. Of ik contact op wilde nemen met de begraafplaats.

Dat laatste bleef even liggen. Een tijdje later moest ik Rotterdam zijn voor de crematie van een nichtje, ook een kleinkind van pake. Aangezien ik daardoor toch al in een grafstemming was, besloot ik door te rijden naar de begraafplaats.

Op het kantoor van de beheerder gaven ze mij een plattegrond van het complex met daarop aangekruist waar ik moest wezen. Pake en beppe lagen er netjes bij: het gazon geschoren, de steen keurig gewassen. Eén ding was helder: in Leiden houden ze zich aan hun afspraken.

Op de terugweg naar de auto besloot ik bij het kantoor van de beheerder aan te lopen om mij te laten registeren als aanspreekpunt. Even naam en adres achterlaten en dan was daarmee de zeggenschap over die twee vierkante meter grond weer geregeld. Dat dacht ik…. Het liep even anders.

“Ik zal even de gegevens nakijken,” zei de ambtenaar en dook de computer in. Postuum was ook pake het tijdperk der automatisering ingegaan. “Hmmm, ja, dat graf…de eigenaar is de heer H .van der Meulen op dat en dat adres in Voorschoten. Als u van hem een verklaring krijgt dat u de zaak overneemt, dan is het dat in orde.”
“Tja, die verklaring is een beetje lastig, want die meneer Van der Meulen, dat is degene die in dat graf ligt en dat adres is waar hij woonde toen hij overleed,” legde ik de ambtenaar uit.

“Dat kan niet,” was het verrassende antwoord. “Hoezo?????” “Een dode kan geen graf hebben.” “Maar dat is toch de hele gedachte achter een begraafplaats, dat de doden een graf hebben,” wierp ik tegen. “Nee,” zei de ambtenaar ter verduidelijking, “een dode kan geen graf bezitten.” En dat betekent dat ik u niet kan registreren als degene die aanspreekbaar is voor dit graf, want daarvoor moet u toestemming hebben van de eigenaar.”

Enigszins in verwarring stapte ik in de auto.

Op de terugweg tekende het probleem zich langzaam in alle grootte af. Er zit niet anders op dan alsnog een verklaring van erfrecht te halen over situatie bij het overlijden van pake, in combinatie met de verklaringen van erfrecht van de nazaten die in de loop der jaren ook hebben afgehaakt. Op basis van die studie kunnen we bepalen wie allemaal een aantal vierkante centimeters bezit in deze onverdeelde boedel. De volgende stap is het uitschrijven van een vergadering van erfgenamen. Tijdens die familiereünie kunnen we dan het beheer regelen.

De andere simpele oplossing: we houden Leiden aan het contract. Willen ze het contract openbreken dan kunnen ze contact opnemen met de eigenaar van het graf.