Het ziet er naar uit dat Intertoys de weg gaat van alle Blokkerketens: het faillissement. Laat ik eerlijk zijn, ik kan er niet om treuren. Sterker nog, het lijkt mij een uitstekende ontwikkeling. Er komt nu weer ruimte op de markt voor speelgoedwinkels, waar ze echt van speelgoed houden en van kinderen. Dat is namelijk de grote makke bij al die Blokkerdochters, het personeel wordt geselecteerd op kassavaardigheid en niet op vakkennis of affiniteit met het winkelassortiment. Het sneue is dat bij al die winkels, of het nu Blokker is, Intertoys of Xenos, die zelfkennis volkomen ontbreekt. Bij dit soort winkels kom je niet voor je plezier maar alleen omdat je een bepaald product nodig hebt, wat zij mogelijk kunnen leveren.
“De kerstaanbiedingen van Aldi en het Kruidvat, die hebben ons genekt,” jammert topman Roland Armbruster, die de laatste tijd aan het roer stond van dit zinkende schip. Het is hetzelfde armetierige gejeremieer van scholieren die altijd zijn blijven zitten op één onvoldoende of 0,2 punt. Kletskoek, als je grossiert in onvoldoendes en magere zesjes, dan wordt het niet wat.
Wanneer je als speelgoedzaak niet meer te bieden hebt dan allerlei actiefiguurtjes uit series die op dat moment populair zijn op de tv, dan weet je dat je toegevoegde waarde nul als bovengrens heeft. Dan drukt elke keten met een beetje slimme afdeling inkoop je uit de markt. Rommel goedkoop inkopen en dan met een beetje winst in het winkelrek zetten daarmee onderscheid je je niet echt in de markt.
Het is zo simpel, als je succes wilt hebben, moet je zorgen dat je beter bent dan de concurrent. De klant moet er plezier in hebben om zaken met je te doen. Als je aan die basisvoorwaarden niet kunt of wilt voldoen, dan kun je de tent maar beter sluiten. Dat schijnen ze nu bij Intertoys eindelijk begrepen te hebben. Je zou dat een positieve ontwikkeling kunnen noemen. En wie wel iets ziet in een speelgoedwinkel, het graf van Intertoys is een enorm gat in de markt. Er zijn weer kansen voor Speelgoedpaleizen en Kinderparadijzen.